Rauwe poëzie, avontuurlijke improvisatie en muzikale experimenten

Pej Paripám! Een woord dat poëzie is en tegelijkertijd een iconisch Hongaars ritme. Het is het begin van een Hongaars volkslied dat Béla Bartók opnam met zijn fonograaf op de Transsylvaanse hoogvlakte, gezongen door een boer. Ongeloofelijk precies legde Bartók duizenden volksmelodieën en dansen vast in transcripties, uitgangspunt voor grote composities als Concert voor Orkest en Hertog Blauwbaards Burcht, en inspiratie voor een hele generatie componisten.

Voor dit programma doken Michiel Weidner en een groep Hongaarse musici in Bartóks geluidsarchief. Het resultaat is drie kwartier vol originele volksliederen en gecultiveerde composities composities, gespeeld en gezongen door Hongaarse musici 

Luca Kőszeghy - mezzosopraan

Örs Kőszeghy - cello

Michiel Weidner - cimbalom

Peter Vigh - saxofoons